We hebben 5 keer aan de TDM meegedaan en dat ‘overleven’ en
vooral heel blijven is nog steeds doel nr. 1. Dat we ook heel hard ons best
doen voor een goede klassering spreekt voor zich. Onderaan staan de links naar
de verslagen van onze eerste 2 edities om een beeld te geven van wat je
allemaal kunt verwachten. Hier volgt voor degenen die voor het eerst meedoen
een lijstje van de belangrijkste dingen die je mee moet nemen en waar je in de
Alpen rekening mee moet houden:
Training: veel in
de bergen trainen zou het beste advies zijn maar dat is in Nederland niet
mogelijk, tenzij je in Limburg woont. Als alternatief kun je de steilste
heuvels opzoeken die je kunt vinden en die regelmatig zo snel/vaak op en neer
lopen tot je het gevoel krijgt dat je moet wandelen. Dat gevoel heb je in de
TDM bijna in elke klim. Als je een loopband tot je beschikking hebt stel je die
in op een hellingshoek van minstens 15% en wandel je met een snelheid van 5 of
6 km/u en als je dat redt af en toe een stukje hardlopend in 8 of 9 km/u, dat
komt aardig in de buurt. Met je hond zoek je het best een steil en smal paadje
op en probeer je bij het omlaag lopen de hond het commando ‘Achter’ aan te
leren. In de praktijk zijn veel honden dit echter vergeten of ineens doof zodra
ze tijdens een wedstrijd een berg aflopen.
Medische verklaring:
voor alle wedstrijden in Frankrijk heb je als buitenlander een medische
verklaring van je huisarts nodig. Hierin verklaart deze dat er geen
contra-indicatie bestaat tegen hardlopen in competitieverband. Bij de Fransen
(en Italianen) is dit al opgenomen in de wedstrijdlicentie die pas wordt
verstrekt nadat hun arts een jaarlijks onderzoek heeft gedaan. Er wordt meestal
niet naar gevraagd en veel Franse organisatoren geloven dat een CCNL-licentie
ook geldig is maar volgens de Franse wetgeving is dat niet het geval. Even
langs de huisarts dus met dit formulier: http://canicrossnederland.nl/images/Wedstrijd/AAA/CERTIFICAT-MEDICAL-type.pdf
Schoenen: de
parcoursen zijn heel gevarieerd en kunnen alle typen ondergrond bevatten zoals
modder, stenen, gras, asfalt, trappen, bruggetjes en stroompjes. Sneeuw hebben
we nog niet meegemaakt maar behoort wel tot de mogelijkheden. Omdat het ook nog
eens vrijwel altijd steil omhoog of omlaag gaat, hebben je voeten en enkels het
zwaar te verduren en zijn goede schoenen erg belangrijk. We hebben het meestal
met 1 paar schoenen kunnen redden maar wisselschoenen kunnen erg prettig zijn
bij blaren, blauwe nagels of stijve kuiten en achillespezen. Ideaal is 1 schoen
met superveel profiel voor gladde modderparcoursen als het geregend heeft, 1
schoen met wat minder profiel en meer demping en steun voor droge rondes met
lange afdalingen over harde ondergrond en 1 schoen die wat meer ruimte biedt
voor de tenen, voor een brace (zie preventie) of als je voet dik ingezwachteld
is vanwege een verzwikking.
Kleding: houd
rekening met alle weersomstandigheden die je in de bergen kunt tegenkomen, van
heel koud tot heel warm. Wij hebben alles tussen de 4 en de 30 graden
meegemaakt zodat je de ene dag in het wedstrijdsingletje loopt te zweten en de
andere dag na de wedstrijd met 3 lagen thermokleding en een winterjas nog loopt
te rillen. Als het regent is het meteen ook erg koud en soms regent het een
paar dagen achter elkaar en zit je op de camping met een snel groeiende berg aan
natte kleren die pas weer droog worden als de zon gaat schijnen.
Blessurepreventie:
het grootste risico lopen je enkels, niet alleen door wat je tijdens de
afdalingen tegenkomt aan boomwortels, losse keien en gaten onder het gras, maar
vooral door de vermoeidheid die na een paar dagen wedstrijden optreedt. Je
reacties worden minder scherp en je spieren stijver. Als je je hond hebt
geleerd netjes achter je te lopen tijdens steile afdalingen, is het risico op
een verzwikking al een stuk minder. Een hond die voor je loopt neemt het zicht
weg op de obstakels en als hij ook nog trekt komt je voet vaak anders terecht
dan je zelf had gepland, soms net op die boomwortel die je ook nog eens te laat
zag. Wij lopen eigenlijk alle etappes met ingetapete enkels (behalve de
klimetappe) maar er zijn ook veel mensen die voor braces kiezen. Als je nog geen
braces hebt, is het verstandig die bijtijds aan te schaffen omdat je mogelijk
nieuwe schoenen nodig hebt in een maat groter vanwege de ruimte die de braces
innemen. Houd er wel rekening mee dat je braces na een paar wedstrijden voor
blaren kunnen zorgen zodat je mogelijk alsnog op tape moet overschakelen.
Wie kiest voor tapen doet er goed aan vast thuis te oefenen
of een fysiotherapeut te vragen hoe je op de juiste manier een tape aanlegt
(met voldoende bewegingsvrijheid). Met 1 of 2 rolletjes tape red je het niet, 6
rollen gaan er makkelijk in 9 dagen doorheen en wat je overhoudt kun je bewaren
voor de volgende keer. Sporttape is ook uitstekend geschikt om (beginnende)
blaren te beschermen, beter en goedkoper dan Compeed e.d. De beste tape
(volgens ons dan) is Leukotape Classic, plakt goed en is heel sterk. Ik gebruik
Strappal-tape omdat ik anders na enige dagen irritatie krijg. Dit is een
hypoallergene tape die wat minder sterk is maar prettiger voor je huid.
Hond: tijdens de
wedstrijden is het grootste risico voor je hond oververhitting dus moet je er
alles aan doen om je hond goed te koelen. Bij de start zijn altijd badjes,
emmers, tuinslangen en/of natuurlijk water in de vorm van stroompjes aanwezig.
Gebruik deze ook als het nog koud is omdat je in de schaduw start, even later
loop je misschien in de volle zon 3 km achter elkaar te klimmen. Sla onderweg
nooit een waterpost over, ook niet na een frisse afdaling in de schaduw. Maak
je hond goed nat en neem daar de tijd voor maar laat hem niet teveel drinken.
Als je een hond hebt die heel slecht tegen warmte kan, overweeg dan een
waterrugzak (camelbak) en een spons mee te nemen.
Booties kunnen van
pas komen als de poten van je hond slecht tegen scherpe stenen en grind kunnen.
We hebben ze nog nooit nodig gehad tijdens de wedstrijden maar ze gaan wel
altijd mee. Voor kortharige honden zijn jasjes prettig als ze ’s nachts in de
auto of in een tent slapen en de temperatuur naar 4 graden daalt. Ook als het
regent zijn jasjes voor en na de wedstrijd voor onze (Spaanse) honden soms
nodig.
Neem verder voldoende voer mee, goede brokken zijn in de
dorpjes niet te krijgen en je moet naar Grenoble rijden voor de
dichtstbijzijnde dierenwinkel. Voor honden die (op wedstrijddagen) slecht eten
is het verstandig extra lekkere dingen mee te nemen die je door het gewone voer
kunt mengen of als tussendoortje kunt geven. Zorg dat je hond geen overgewicht
heeft omdat de kans op oververhitting daardoor groter is en het klimmen
zwaarder (geldt ook voor de lopers) maar een magere hond die slecht eet loopt weer
risico als hij nog meer gewicht verliest.
Piste: in
Frankrijk roep je altijd ‘Piste’ als je wilt inhalen. Tijdens de TDM zijn de
paadjes vaak zo smal dat het moeilijk (of levensgevaarlijk) is om te passeren.
Wacht in zo’n geval tot er een plek komt waar het breed genoeg is om aan de
kant te gaan. Andere nuttige Franse kreten:
A gauche (links) à droite (rechts), tout droit (rechtdoor), doucement (rustig), attention (pas op) en wat de Fransen tegen hun hond roepen: derrière (achter), devant (voor), au pied (volg).
A gauche (links) à droite (rechts), tout droit (rechtdoor), doucement (rustig), attention (pas op) en wat de Fransen tegen hun hond roepen: derrière (achter), devant (voor), au pied (volg).
Materiaal kopen:
ben je iets vergeten of dreigt je heupgordel voortijdig uit elkaar te vallen,
dan kun je de eerste dag in Oz terecht bij een kraam van Gens de la Montagne
waar je allerlei canicrossmateriaal kunt aanschaffen. Heb je te weinig kleding bij
je, zijn je schoenen kapot of mis je iets anders op sportgebied dan kun je in
Grenoble bij de Decathlon de meeste dingen vinden.
Hoofdlamp: voor
de nachtetappe is een goede hoofdlamp erg belangrijk. De meeste Nederlanders
die naar de TDM gaan hebben er al een omdat ze die voor de nachtwedstrijd in
IJmuiden hebben aangeschaft. In IJmuiden kun je echter nog wel veilig lopen met
een klein lampje van minder dan 100 lumen, in de bergen is dat niet verstandig.
Voor degenen die snel en veilig willen afdalen is een lamp van 500 lumen of
meer een goede keuze. Zo’n lamp heeft een groter energieverbruik en dus een
grotere en zwaardere batterij die je liefst niet op je hoofd draagt maar op je
arm/schouder of op je rug. Kijk naar een lamp met een losse oplaadbare accu of
batterij, veel lumen en verschillende standen (zuinig, normaal en max). Dit
type lamp kost bij de betere merken een paar honderd euro maar voor 40 euro heb
je al een Chinees exemplaar met 1000 lumen. Onze lampen uit Hong Kong gaan al 5
jaar probleemloos mee. Zorg dat je nooit met de maximale lichtbundel in de ogen
van je hond, een andere deelnemer of een vrijwilliger schijnt.
Start: de eerste
start is meteen de heftigste die je op canicrossgebied kunt meemaken: 250-300
hysterisch blaffende honden op een skipiste, verdeeld over 6 (?) startgroepen
die om de minuut van start gaan. Als jij of je hond nog nooit een groepsstart
hebben meegemaakt, is het verstandig niet op de eerste rij te gaan staan maar
de ruimte daarachter op te zoeken. Dan kun je rustig op gang komen zonder
aanvaringen met om zich heen springende honden. Na 200 meter klimmen zijn de
meeste honden een stuk rustiger en kun je de snellere starters gaan inhalen
(als je daar de energie voor hebt). Het startvak betreed je via een poortje
waar iemand staat die je naam op de startlijst afvinkt, klim dus niet ergens
over het lint.
Op dag 2 wordt de startvolgorde bepaald op basis van de
tijden van dag 1, de snelste vertrekt eerst met een tijdritstart om de 30
seconden. Door het grote aantal deelnemers zal er waarschijnlijk worden gekozen
voor duo- of trio-starts waarbij de eerste 2 of 3 tegelijk vertrekken en 30
seconden later de volgende 2 of 3. Dit systeem werkt goed mits je wat rekening
met elkaar houdt en soms even informeert wie graag voorop wil of juist niet.
Dat voorkomt dat de honden zich vooral op elkaar richten. In de loop van de
week wordt meestal 1 of 2 keer de startvolgorde omgedraaid zodat de langzaamste
teams eerst vertrekken. Dit wordt soms vooraf aangekondigd maar komt ook wel
eens als een last minute verrassing.
Prijzen/prijsuitreiking:
als je bij de eerste 3 in je categorie eindigt moet je naar de prijsuitreiking
die na de laatste wedstrijd in elk dorp wordt gehouden. Voor Oz is dit
bijvoorbeeld na de kinderraces op de 2e dag. Dit betekent wel dat je
’s morgens na je eigen wedstrijd niet direct terug kunt naar de camping maar
moet wachten of een extra keer op en neer moet rijden. Er staat/stond zelfs een
tijdstraf op het niet verschijnen tijdens de prijsuitreiking maar of die ooit
is toegepast betwijfelen we. Het komt elk jaar voor dat de podiums deels
onbezet zijn omdat deelnemers ervoor kiezen lekker te gaan douchen op de
camping of alvast naar het volgende dorp rijden om de beste stake-out plaatsen
te bemachtigen. Uit respect voor de mensen die zich voor de wedstrijden
inzetten en je concurrenten is het belangrijk om de prijsuitreiking niet te
missen. De prijzen stellen meestal weinig voor, soms een beker of medaille maar
meestal een petje, T-shirt of notitieblokje. Ze worden wel vaak uitgereikt door
de burgemeester en het is natuurlijk wel zo leuk als er behalve de
prijswinnaars ook nog wat supporters aanwezig zijn.
De prijsuitreiking aan het eind van de TDM is altijd een
zware bevalling die uren duurt. Eerst worden de dagprijzen uitgereikt,
vervolgens worden alle vrijwilligers in het zonnetje gezet, daarna worden alle
podiums van het eindklassement beloond en ten slotte is er nog een grote
verloting op basis van je startnummer. Het wordt uiteraard op prijs gesteld als
hierbij zoveel mogelijk mensen aanwezig zijn maar voor 250 man is in de zaal
waar dit tot nu toe plaatsvond geen plaats.
Spierpijn/herstel:
wij nemen meestal een voorraad eiwitrepen mee om het herstel van de opgelopen
spierschade (door het afdalen) na de wedstrijden zo snel mogelijk te
stimuleren. Energierepen zijn ook handig als je na de wedstrijd snel iets wilt
eten. Verder dragen we compressiekousen of –tubes en heb ik graag een
compressietight aan. En pot Arnicagel gaat ook altijd mee en een flink aantal
flessen cranberrysap voor de weerstand tegen infecties. Veel drinken is
belangrijk, water en af en toe sportdrank om de mineralen op peil te houden als
je veel zweet.
Camping Allemont:
alle Nederlanders zijn tot nu toe neergestreken op Camping Le Plan in Allemont,
een hondvriendelijke camping met ruime plaatsen en een goede ligging. Er zijn
mooie uitlaatrondes in de buurt te maken, het zwembad is vlak naast de camping
en er zijn gratis tennisbanen zodat ook de niet-canicrossers zich kunnen
vermaken. De mevrouw die de camping al jaren runt heeft wel te maken met de
(vaste) campinggasten die minder blij zijn met de aanwezigheid van al die
honden. Vorig jaar was ze nogal kwaad over een grote hoop voor 1 van de
huurtenten. Wij hadden onze camper nog niet geparkeerd of ze kwam naar ons toe
om die hoop te laten zien en ons te
vragen of wij alle Nederlanders wilden vragen geen honden los te laten.
Heel belangrijk als we daar in de toekomst nog welkom willen zijn: voorkom
overlast en laat de honden niet poepen/plassen op het terrein en zo min
mogelijk blaffen. Uiteraard is het opruimen van alles ook buiten de camping van
belang. Er zijn overigens meer campings in Allemont waar canicrossers welkom
zijn.
Stake-out: je
kunt er ook voor kiezen om tijdens de TDM gebruik te maken van de gratis stake-out
mogelijkheden in de verschillende dorpen waar de wedstrijden plaatsvinden. Veel
mensen met een camper reizen van het ene naar het andere dorp met het TDM-circus
mee en als je op tijd bent kun je meestal nog wel een goede plek met
elektriciteit vinden. Dit jaar wordt het weer drukker dus zullen de goede
plekken eerder weg zijn en moeten meer mensen genoegen nemen met een eenvoudiger
plek. Wij hebben voor de laatste etappes in Auris een aggregaat bij ons zodat
we niet afhankelijk zijn van stroom en we de koelkast en ons espressoapparaat
altijd kunnen gebruiken.
Assistentie: wat
enorm helpt is het gezelschap van niet-canicrossers die kunnen helpen met
allerlei dingen zoals kleding aannemen, boodschappen doen, koken, startlijsten
bekijken, wasjes doen, pizza’s halen en alle andere dingen waar je zelf na 5
dagen wedstrijden niet meer de puf of de benen voor hebt. Wij lopen alle drie
en weten hier alles van dus als je nog een plek in de auto hebt (die van ons is
helaas vol) vraag dan een vriend/familielid om als supporter mee te gaan. Met
lokkertjes als: "het is er zo leuk, altijd mooi weer, je kunt er prachtig
wandelen en de Alpe d’Huez opfietsen" moet er wel iemand intrappen en heb je een
assistent/groom/caddy zodat je zelf lekker kunt herstellen…
Filmpjes van vorig jaar:
http://vimeo.com/103941727 (vooral tot het eind kijken)
http://vimeo.com/103916713 (laatste etappe met drone gefilmd)
https://www.youtube.com/watch?v=E7M_-JNVPjg&feature=youtu.be (wat er gebeurt als je ‘doucement’ en à gauche niet begrijpt en je hond niet achter loopt)
http://vimeo.com/103941727 (vooral tot het eind kijken)
http://vimeo.com/103916713 (laatste etappe met drone gefilmd)
https://www.youtube.com/watch?v=E7M_-JNVPjg&feature=youtu.be (wat er gebeurt als je ‘doucement’ en à gauche niet begrijpt en je hond niet achter loopt)
ik heb veel gehad aan uw info over de heupgordel heeft u misschien ook ervaring met een harnas voor de hond dan zijn we compleet.
BeantwoordenVerwijderenmet vriendelijke groet,
nancy
info@carnavalfeest.nl